Mijn opa: “Ik wilde de jager zijn”

Voorzichtig stelde ik de vraag aan mijn opa, of oma de eerste was voor hem. Hieronder het gesprek aan een tafeltje in de Engel, tijdens een van onze lunch afspraken. 

425974_334057796629810_671318554_n

Restaurant de Engel, Wijk bij Duurstede

Het is een regenachtige woensdagmiddag en ik heb met mijn opa afgesproken om samen te lunchen en de dagelijkse perikelen te bespreken. Mijn opa begint oud te worden, althans, lichamelijk. Ik voel de behoefte om er voor hem te zijn en bijna maandelijks zien we elkaar. In Wijk bij Duurstede, Culemborg of in de omgeving van Den Bosch, waar zijn vriendin woont. We bespreken veel, maar niet alles.

“Één glaasje kan wel, toch?

Vandaag zijn we in Wijk bij Duurstede beland, bij de Engel. We zitten aan een tafeltje bij het raam en achter mij zitten twee oudere dames die gezellig zitten te kakelen. Allebei nemen we het lunch-menu en mijn opa bestelt schuldbewust een glas rode wijn. Hij weet dat ik het niet fijn vindt wanneer hij alcohol drink als we nog met de auto terug moeten. “Een glaasje, dat kan wel, toch?” Ik knik, zolang het bij dat ene glaasje blijft.

We bespreken zijn biljartwedstrijden, bridgewedstrijden en zijn ergenissen over dames in het koor waarin hij zingt. “We komen daar om te zingen, als je het nodig vindt om te roddelen maak je samen maar een afspraak,” zegt hij geagiteerd. Ik ben blij dat hij zijn agenda vol heeft staan met sociale activiteiten. Al merk ik dat de mensen waarmee hij zich omgeeft niet altijd de juiste energie geven. De ouderdomskwaaltjes waarmee zijn vrienden, en hij ook, worden geconfronteerd maken de bijeenkomsten soms zwaarder dan hij wil.

“Zijn jeugdige geest zorgt voor leuke verhalen

“Ik kom om de bridgen, niet om zielige verhalen aan te horen.” Probeert hij zich los te zien van ‘de rest’? Ook mijn opa ontkomt niet meer aan het ouder worden. Zijn spoedopname vanwege een aneurysma in het voorjaar van 2013 heeft hem dat pijnlijk duidelijk gemaakt. Er komt een dag dat ook hij niet meer kan leven naar zijn jeugdige geest. Zijn lijf doet niet altijd meer wat zijn hoofd wil. Maar in zijn hoofd gebeuren nog leuke dingen, en daar komen leuke gesprekken uit voort.

“Ze is veel te mooi voor jou!

“Opa, hoe heb jij oma leren kennen?” Een vraag die ik vaker stel en waarop ik regelmatig een vaag antwoord op krijg. Nu vraag ik het weer. “Opa, hoe heb jij oma leren kennen?” Hij moet lachen en twijfelt nog even of hij 19 of 20 jaar was. “Je oma werkte als secretaresse bij het Schriftelijk Studiecentrum, waar mijn zus ook werkte. Op een dag kwam mijn zus thuis en riep: ‘Er is toch zo’n mooi meisje komen werken bij ons op de afdeling!’ Ik keek gelijk op van waar ik mee bezig was en toen ze mijn interesse opmerkte zei de: ‘Ooh, nee, dat redt jij niet. Oh nee nee nee. Ze is veel te mooi voor jou.’ Daar heb ik me niet door tegen laten houden.

“Was ze echt zo mooi?

“Die zaterdag zouden ze gaan dansen, met alle dames van het Schriftelijk Studiecentrum. Ik besloot samen met een vriend daar heen te gaan en te achterhalen over welk meisje mijn zus zo te spreken was. Dus, al dansend heb ik op het feestje jouw oma ontmoet.”
“En, was ze echt zo mooi?”
“Ze was echt zo mooi. En ik heb haar die avond naar huis mogen brengen. Oh, trouwens, dansen kon ze ook. Ze kon heel goed dansen.”

“Hebben jullie toen gekust?”
“Ik geloof van wel ja. Al ging het er mij toen eigenlijk vooral om dat ik mijn zus het tegendeel kon bewijzen. Het was me gelukt om haar thuis te mogen brengen, in tegenstelling tot wat mijn zus eerder riep. De maandag daarop ging de roddel gelijk rond natuurlijk, dat ik het mooie meisje thuis had mogen brengen.”
“En ze was behalve mooi ook nog eens lief?”
“Ze was lief, ja. Heel lief.”

“Ik wilde de jager zijn, begrijp je?

In 1960 zijn ze getrouwd en op 18 juli 1961 werd mijn moeder geboren. In mij borrelt nog een vraag… En zonder na te denken stel ik ‘m: “Was oma de eerste vrouw waarmee je naar bed bent geweest?”
“Hmm…” Het blijft even stil. Ik begin zachtjes te lachen, ik kan me niet voorstellen dat je vergeet met wie je voor het eerst naar bed bent geweest.
“Ik geloof van wel. Maar ik had natuurlijk wel eerder met een dame geslapen, en met dames. Een soort orgie was dat!”
Ik moet lachen, en bloos van de woorden die mijn opa gebruikt.
“Nee, hoor,” zegt hij. “Het was een avond als spelende kinderen. Vier vrouwen en vier mannen. Die avond heb ik de verscheidenheid aan vrouwen ontdekt, maar ze waren me te gewillig. Ik wilde de jager zijn, begrijp je?”
Ik knik. “Dan had je aan oma de goede vrouw dus?”
“Dat kun je wel zeggen. Ik heb de beste mogen veroveren.”

Voor mijn oma heeft mijn opa één andere relatie gehad, toen hij twaalf jaar was. “Ik kende dat meisje van de kerk, en haar ouders waren ontzettend lief. Maar, dat was platonisch hoor.” Nu heeft mijn opa een zogenaamde lat-relatie, en of die platonisch is of niet, daar moeten we het misschien de volgende keer maar over hebben.

Laat weten wat je ervan vindt!